Weer een dag in Lissabon. “Laten we de historische tram 28 nemen, dan stappen we in op het eindpunt en rijden met de tram naar het centrum”, zegt Rudolf enthousiast. Tram 28 is een must in Lissabon en dan kunnen we onderweg uitstappen en dingen bekijken.
Tram 28
Het is een iconische gele tram die via smalle straatjes en steegjes dwars door Lissabon rijdt. Hij neemt steile hellingen alsof het niks is en je komt door alle historische wijken van Lissabon.
Het startpunt ligt aan de Praca Martim Moniz, daar staan lange rijen. Wij kiezen ervoor om met de auto naar de stad te rijden en bij het eindpunt de auto te parkeren en daar op te stappen. Dat is Campo de Ourique.
We hebben geluk. Als we komen aanlopen staat er een tram klaar en bij de conducteur kunnen we een kaartje kopen voor €3,10. Dit kaartje is de hele rit geldig. Stap je echter uit en wil je daarna verder dan moet je een nieuw kaartje kopen.
Handiger is daarom om een dagkaart voor het OV te kopen voor €6,80 dan kan je ook gebruik maken van de bus en de metro. Alleen is bij het eindpunt geen verkooppunt voor de dagkaarten.
Doordat we op het eindpunt instappen hebben we een zitplaats. Stap je op het beginpunt in dan is deze kans klein. Daarnaast moet je bij het beginpunt soms lang wachten totdat je kan instappen, er staan vaak lange wachtrijen.
Daar gaan we, hortend en stotend, op simpele bankjes, ramen zijn open. Verder is alles van hout van binnen. Het is erg leuk om te ervaren.
Rudolf probeert regelmatig te filmen, maar hij is vaak te laat. Ik ben zo blij dat ik niet aan het raam zit, anders had ik op mijn kop gekregen dat ik te weinig film. Nu ervaart hij zelf dat het soms lastig is om op tijd te filmen als je rijdt.
Het is af en toe passen en meten, millimeter werk omdat er een busje langs de kant van de route staat. Wachten op rood licht vanwege een-richtings verkeer. Als we dan eindelijk mogen rijden zijn er van de andere kant auto’s die dachten dat ze wel door konden rijden. Die moesten achteruit omhoog rijden 😊 en wachten totdat wij gepasseerd waren.
We komen mooie uitzichtpunten tegen, maar vergeten uit te stappen. Dus rijden we door naar ons eindpunt, het beginpunt van Tram 28 Praca Marin Moniz.
Al met al zijn we zo’n 50 minuten onderweg geweest met Tram 28. Een bijzondere ervaring en zeker een aanrader.
En dan?
Op Praca Marin Moniz zit een metrohalte. We gaan een kaartje kopen, dat kan daar alleen digitaal. We nemen een stukje metro, daarna een stukje met de bus en dan zijn we weer bij het mooie uitzichtpunt Santa Luzia.
Santa Luzia
Het terras bij de kerk Santa Luzia biedt een fraai uitzicht op de wijk Alfama en de Taag. De kerk heeft twee mooie tegelpanelen aan de buitenkant. De binnenkant hebben we niet kunnen zien, want ze waren aan het werk. Buiten kan je heerlijk zitten, struinen, van het uitzicht genieten. Er staan diverse bankjes, er is een barretje. Wij nemen ook even de tijd om te lunchen, dat mag ook wel om 13.30 uur.
We besluiten om terug te lopen langs de Sé kathedraal naar het Praca do Comércio plein.
Sé
Sé is een afkorting van Sedes Episcopalis, de zetel van een bisschop. De kathedraal is gebouwd in 1150, maar heeft veel te leiden gehad onder aardschokken in de 14e eeuw en die van 1755. Hij is dus regelmatig gerestaureerd. De gevel heeft twee grote klokkentorens.
Je kan met tram 28 bijna voor de deur uitstappen. Deze wijk is heuvelachtig, dus wat dat betreft scheelt het klimmen.
Praca do Comércio
Als je ervoor kiest om met de veerboot van Zuid-Lissabon naar het centrum te gaan arriveer je op dit gigantische plein. Bij de bevolking is het plein bekend als het Paleisplein. Het was 400 jaar lang de plaats waar het koninklijk paleis stond.
Behalve de grootte kan je ook de triomfboog en het beeld van José I op het plein niet missen. Langs de rand zitten diverse restaurantjes en winkels.
Als je onder de triomfboog doorloopt beland je gelijk in een grote winkelstraat. Breed opgezet, heerlijk in de schaduw vanwege de hoge gebouwen aan beide zijden.
Tram 28
We laten Misty (onze hond) eigenlijk niet langer dat 4 uur alleen, dus dat betekent dat we al weer terug moeten naar de auto.
Hoe? Je raad het al, met tram 28. Er gaat namelijk geen metro naar het westen van de stad. Dus wij weer in de tram.
Deze keer is het zelfs zo erg dat ze regelmatig moet stoppen, spiegels moet inklappen om langs busjes te kunnen rijden. Het is centimeter werk. Vanuit de tram is dit een bijzonder gezicht om te ervaren. De trambestuurder doet erg voorzichtig. Wat heel irritant voor haar is, is als mensen onverwacht oversteken op het zebrapad. Het remmen gaat namelijk niet zo soepel als met de nieuwe trams. Daarbij komt dat de reizigers ook ineens naar voren vallen.
Toch doet ze het elke keer. Soms denken auto’s dat ze dan even snel kunnen inhalen en we zien hoe een auto bijna een voetganger omver kegelt. Gaat gelukkig net goed. Wel denkt de automobilist dat hij daarna nog wel even snel de tram voorbij kan, maar dat laat zij niet gebeuren!
We hebben dus de hele stad gezien, zonder dat we de hele stad echt gezien hebben. Daarom gaan we volgende week nog een keer terug naar de stad en blijven we nog een week langer op camping Costa de Caparica. Wat zeker geen straf is met dit prachtige weer en de zee nabij.
Warme groet uit Costa de Caparica.
Comments